Vertalingen s'emparer de FR>NL
s'emparer de (ww.) | tepakkenkrijgen (ww.) ; onderweg opvangen (ww.) ; onverlangd krijgen (ww.) ; opdoen (ww.) ; oplopen (ww.) ; oppakken (ww.) ; opvangen (ww.) ; pakken (ww.) ; pikken (ww.) ; snaaien (ww.) ; snappen (ww.) ; te pakken krijgen (ww.) ; te pakken nemen (ww.) ; ondervangen (ww.) ; vangen (ww.) ; vastgrijpen (ww.) ; vastklampen (ww.) ; vastnemen (ww.) ; vastpakken (ww.) ; vatten (ww.) ; verkrijgen (ww.) ; veroveren (ww.) ; verstrikken (ww.) ; verwerven (ww.) ; voor de gek houden (ww.) ; wegkapen (ww.) ; foppen (ww.) ; aanklampen (ww.) ; aanpakken (ww.) ; afvangen (ww.) ; arresteren (ww.) ; beet nemen (ww.) ; beetgrijpen (ww.) ; beetnemen (ww.) ; beetpakken (ww.) ; bemachtigen (ww.) ; betrappen (ww.) ; buitmaken (ww.) ; eigen maken (ww.) ; aanhouden (ww.) ; gevangennemen (ww.) ; graaien (ww.) ; grijpen (ww.) ; grissen (ww.) ; iets bemachtigen (ww.) ; in de maling nemen (ww.) ; in hechtenis nemen (ww.) ; inrekenen (ww.) ; jatten (ww.) ; klauwen (ww.) ; kopen (ww.) ; onderscheppen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `s'emparer de`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: mettre la main sur